U bent hier
… diens woord men spreekt.

Vorige week verscheen er in de pers een artikel over de werkwilligheid in onze provincie. Bij die resultaten kwam onze stad niet al te best uit de verf. Ook de bekendste blogger in Turnhout, Dré Wolput, pende zijn bezorgdheden al eens neer, deed zijn zegje erover op onze radiozender TOS en Open VLD interpelleerde het stadsbestuur hierover in de voorbije gemeenteraad. En Inderdaad, met een daling van -0,9% werkwilligen, deed Turnhout het slechter dan welke stad of gemeente ook in onze provincie. In een reactie daarop antwoordde burgemeester Vos dat de werkloosheidscijfers toch gedaald zijn maar ook dat de cijfers van ING misschien niet helemaal betrouwbaar waren en dat VDAB andere indicaties geeft. Een lauwe reactie vind ik persoonlijk. Want naar cijfers toe, is er duidelijk af te lijnen waar het schoentje wringt en waar er precies dient worden ingegrepen.
De algemene werkloosheidscijfers vertellen ons dat er in Vlaanderen een daling is van 6% in 2017, in onze provincie een daling van 4,8% en in Turnhout een daling 2,8%. Mààr 2,8% zal je zeggen, tja … dalen is dalen. Hoe komt het dan dat we zo slecht scoren qua werkwillenden? Volgens de econoom van ING komt dit door de vele nieuwkomers. Je kan de reacties bij deze vaststelling al raden.
Maar als je de cijfers van VDAB eens grondig raadpleegt, en dat kan iedereen op Arvastat, kan je weldegelijk zien dat er meer aan de hand is in Turnhout. Kijk even mee: de cijfers voor Vlaanderen opgedeeld naar herkomst (zie tabel 1) Het eerste getal betreft het aantal personen dat werkloos is.
Het eerste percentage daarachter, geeft het verschil aan met vorig jaar, het tweede getal het verschil met december 2017 met januari 2018.
Dan vervolgens kijken we naar de verhoudingen in onze provincie (zie tabel 2). En tot slot kijken we naar dezelfde cijfers voor Turnhout (zie tabel 3)
Wat direct opvalt is dat de autochtone bevolking met -7,7% daling in Turnhout t.o.v. van 2017 meer gedaald is dan op Vlaams niveau (met -6,8%). Dus zover nog goed nieuws, en geen speciale maatregelen vereist in vergelijking met andere regio’s. Wat dan wel verontrustend is, is de vergelijking van nieuwkomers in Turnhout met nieuwkomers in de rest van Vlaanderen. Niet-EU herkomst zorgt voor een verschil met onze regio van + 18,5% en -1,5%. Dus hier hinken we 20% achterop. Maar het valt toch meer dan duidelijk op dat ook de allochtone afkomst met in Turnhout +9,4% t.o.v. -2,7% in de regio duidelijk andere aandacht behoeft. En wat mij betreft de taal … taalachterstand zorgt voor een stijging van de werkloosheid in Turnhout. Een stijging die we niet terugzien in de rest van de Kempen en in Vlaanderen.
Dus stellen dat ING het mis heeft en dat Arvastat en VDAB andere cijfers tonen, is al te gemakkelijk. Meer nog: deze cijfers tonen duidelijk aan dat taalachterstand en herkomst weldegelijk in Turnhout een probleem vormen als het over doorstroming naar de arbeidsmarkt toe gaat. En dat er hier echt meer inspanningen nodig zijn dan de normale werkwijze van VDAB. Er zijn tools vanuit de Vlaamse overheid en we kunnen initiatieven kopiëren uit andere steden, andere regio’s. Want het blijft een gegeven: taal blijft hét inburgeringsmiddel bij uitstek. Een job genereert meer dan enkel een loon en levenskwaliteit als gevolg van die wedde. Het zorgt voor sociale contacten, nieuwe kennissen, nieuwe invloeden. Aan ons -de politici- de taak om de nieuwkomers Nederlands te laten leren, of nog beter Vlaams met een vleugje ‘Turnawts.’ .