
Bovendien gaat het bij PVDA en Groen allang niet meer over bekommernis om het Palestijnse volk. Voor hen is Israël vooral een handig vehikel om hun diepgewortelde afkeer van de Verenigde Staten, van Trump en van de NAVO uit te schreeuwen. Hun kruistocht tegen Israël is in wezen een kruistocht tegen “het Westen”. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om de liberale democratie en haar bondgenootschappen in diskrediet te brengen, terwijl dictaturen en barbaarse regimes elders nauwelijks een vermelding waard zijn. Dat is geen solidariteit, dat is ideologische rancune.
Die selectieve verontwaardiging is niet alleen hypocriet, ze is ronduit schandalig. In Soedan sterven kinderen van de honger, worden burgers afgeslacht met drones in moskeeën en markten, worden ziekenhuizen en scholen bewust vernietigd. Het is de grootste humanitaire catastrofe van dit moment. En toch: geen luidruchtige PVDA’ers op straat, geen Groen-parlementsleden met krokodillentranen op sociale media. Blijkbaar loont Soedan niet electoraal genoeg.
Vijfenveertig jaar geleden stonden we bij de VU al op de barricades. Voor het recht op zelfbeschikking van de Ieren, de Basken, de Palestijnen, de Catalanen en de Koerden. Dat was geen selectieve keuze, dat was een consequente overtuiging: elk volk heeft recht op vrijheid, elke mens op waardigheid. Dat is de lijn die ik als volksnationalist toen trok, en die ik vandaag nog altijd trek.
Wie écht mensenrechten verdedigt, doet dat zonder dubbele standaarden. Zonder potten-en-pannen-politiek die afhankelijk is van de waan van de dag. Het is tijd dat men opnieuw de moed heeft om consequent te zijn: verontwaardigd voor álle slachtoffers, en solidair met álle volkeren.