
Later, in 2008, stond ik als verantwoordelijke van de mainstage op Graspop oog in oog met de realiteit. In 2019 zelfs een paar nummers als oppas van Nick, de zoon van Gene Simmons, de bassist. Simmons – oftewel Chaim Witz – werd geboren in Israël, uit ouders die de Holocaust overleefden. Samen met Stanley Eisen – Paul Stanley, de man met de ster op zijn gezicht – is hij de bezieler van Kiss.
Maar volgens Vlaams minister Caroline Gennez mogen deze mensen hier straks niet meer spelen. Omdat ze Joods zijn. Omdat Simmons Israëlisch is. En stel je voor: misschien zouden ze wel sympathie hebben voor de Israëlische regering. Of misschien ook niet. We weten het niet, dus dan maar niet welkom. Zo redeneert Gennez.
Dat lot viel ook dirigent Lahav Shani te beurt. Hij mocht in Gent het orkest van de Münchner Philharmoniker niet leiden. Niet om zijn talent. Niet om zijn daden. Maar om zijn afkomst. Omdat hij Jood is.
Dus daar staan we dan. Een Vlaamse minister die mensen beoordeelt en buitensluit puur op basis van afkomst. Ik schaam me kapot in haar plaats.
Wat is de volgende stap? Platen van Robert Zimmerman – beter bekend als Bob Dylan – de vuilbak in? Jeffrey Hyman, alias Joey Ramone, van Spotify gooien? Walk on the Wild Side schrappen van de radio omdat Lou Reed toevallig ook Joods is? Het wordt stilaan hallucinant.
De slinger is totaal doorgeslagen. Kritiek op de regering-Netanyahu: moet. Het veroordelen van het geweld in Gaza: moet. Maatregelen tegen de Israëlische regering: moet.
Maar artiesten bannen louter omdat ze Joods zijn? Dat is discriminatie in zijn zuiverste vorm. En dat een minister daar actief aan meewerkt, is ronduit schandalig.
Gelukkig speelde Kiss hun End of the Road World Tour al. Want in Caroline Gennez’ Vlaanderen zouden Chaim Witz en Stanley Eisen geen gitaar meer mogen vastnemen. En dat, beste Caroline, plaatst u aan de verkeerde kant van de geschiedenis.