Laat mij net dat laatste gebruiken om het grote knelpunt in de politiek te benoemen: het niet durven benoemen van situaties. Het verzwijgen van problemen. Het wegmasseren van de realiteit. Allemaal truken van de foor, alsof je het volk een dienst bewijst door dingen te verdoezelen. Maar die aanpak heeft altijd hetzelfde gevolg: vroeg of laat wordt de roep om eerlijkheid groter dan de drang om de schijn hoog te houden.

Nog te vaak worden zaken eindeloos omzeild uit “gevoeligheid bij bevolkingsgroepen”. Maar wie bestuurt, moet durven uitspreken wat iedereen ziet. Duidelijkheid is geen aanval, het is respect voor de mensen die elks hun gebruiken en cultuur op hun manier willen beleven. 

Daarom ben ik blij dat we eindelijk alle franjes en marketingtaal rond de eindejaarsperiode durven loslaten. Dat we de naam “Wintersalon” achter ons laten en terugkeren naar de essentie: alles samenbrengen onder de eenvoudige, herkenbare paraplu “Kerst op de Markt”. Het Suikerfeest is het Suikerfeest. Pesach is Pesach. En Kerst is Kerst. Zo eenvoudig kan het zijn.

Voor mij persoonlijk mag de impact van religie in de publieke ruimte beperkt blijven. In onze samenleving, en zeker in onze stad, zijn er meer dan genoeg geloofsovertuigingen en culturele onderstromen aanwezig. Die diversiteit is waardevol, maar vraagt om zorgvuldigheid, niet om voortdurende opschaling.

Elke levensbeschouwing haar plaats, absoluut. Maar geen dominantie. En wie zijn eigen cultuur of overtuiging wil beleven: doe dat vooral. Geen probleem! Maar gun het ook je buren om een andere mening te hebben. Alleen zo kan die verscheidenheid in onze stad blijven gedijen.

En vooral : kom allemaal mee Kerst vieren of Klinken met de Binken in het nieuwe jaar.